25 oktober
Het ochtendprogramma was nogal heftig. Na een Boliviaans ritueel kwamen we met de hele groep samen in de grote zaal. We moesten allemaal aan een kant van de zaal gestaan. Daarna werden er voorbeelden voorgelezen van discriminatie en vernedering. Wie in zijn persoonlijk leven dergelijke vorm van discriminatie had meegemaakt moest naar de overkant van de zaal wandelen. Daarna moeten de twee groepen aan weerskanten van de zaal eerst rondkijken wie er in de eigen groep zit en daarna naar de overkant, naar de overkant. Tijdens de oefening mag er niet gesproken worden.
Het is voor vele Europeanen een confronterende oefening: om telkens weer dezelfde mensen naar de overkant van de zaal te zien gaan en zelf vaak (niet altijd) aan de kant te blijven staan. Ook al weet je dat je een geprivilegieerde positie hebt als blanke Europeaan uit de middenklasse die heeft kunnen studeren; de confrontatie met de alomtegenwoordige discriminatie van anderen is hard. In de nabespreking van de oefening is er uiteraard eerst ruimte om emotioneel te ontladen. Daarna wordt er ingegaan op de methode en de dynamieken in de groep: waarom gebeurde alles in stilte, waarom moet je elkaar aankijken, hoe is het om steeds dezelfde mensen te zien oversteken, wanneer maak je de beslissing om zelf over te steken, hoe voelt het wanneer maar een of enkele mensen oversteken. Daarna worden we in kleinere deelgroepjes opgedeeld en bespreken we hoe we vormen van discriminatie in ons persoonlijk leven, als organisatie of gemeenschap en op niveau van de samenleving kunnen aanpakken. Buen vivir en een goed leven voor iedereen is maar mogelijk als er niemand uit de boot valt.
In de namiddag was het de typische workshopmethodiek om in verschillende groepjes in wisselende samenstelling vragen te bespreken om zo tot kernvragen te komen en daarna in groepjes proberen om antwoorden te formuleren. Het valt me op hoeveel kaartjes en flappen papier er hier doorgedraaid worden en hoeveel werk dit is voor de mensen van de rapportagecommissie om al die dingen mee in een eindrapport te gieten.
Het officiële avondprogramma bestaat uit een prijswinnende Guatemalteekse film. Het officieuze programma bestaat er in om de stad in te trekken. We zijn hier in Quetzaltenango nog niet buiten het bewaakte domein geweest en hebben nog niets van de stad gezien. Om 20:30 komt een minibusje ons oppikken en neemt ons mee naar de café's aan het park van de stad. Die buurt is volgens de Guatemalteekse in ons gezelschap de leukste buurt om iets te gaan drinken. We belanden in een café dat gehuisvest is in een groot koloniaal gebouw. We treffen in dat café ook nog enkele andere mensen van de encuentro en samen vormen we een lange tafel. Veel tijd heb ik niet nodig om te weten wat ik wil drinken: Zacapa, een Guatemalteekse rum waarvan ik me het laten vertellen dat die bij de beste rums ter wereld hoort. De rum is heel zacht van smaak en ideaal om een heavy dagje mee door te spoelen. Salud!
(In de taxfree op de luchthaven koop ik een fles)